De ochtend begint met een wijze les: Doe ook de luxflex dicht en niet alleen een wat dunnig gordijntje. De zon schijnt immers al vroeg precies in mijn bakkes en maakt dat ik er even uit moet om wat corrigerende acties uit te voeren. We hebben overigens prima geslapen in dit leuke motel, met veel oude details, maar wel alles goed onderhouden. Knap gedaan.
Het ontbijt is meer een snack, dat wisten we al maar toch smaakt een yoghurt met wat Kellogg’s en koffie best prima, zeker als je dan ook lekker op een bankje voor de kamer zit.
Voor de laatste keer de auto volgooien met alle losse dingen en we gaan op weg naar het Capulin Vulcano National Monument, een half uurtje naar het oosten omrijden. We rijden wat snel langs de het bord met de laatste afslag en komen dan toch op de goede afslag terecht, zij het van de andere kant. Hoe we dat gedaan hebben, laat ik nog even in het midden.
Bij het park weer een mooi bord, waar we uiteraard een foto met ons erbij maken. Je zal je afvragen, hoe doe je dat toch er is toch niet altijd iemand aanwezig? Dat klopt, de foto geeft een antwoord op dit mysterie.
Dit keer geen huisje, waar je langs moet om te betalen voor het park, maar je moet je melden in het visitors center. We moeten even wachten, want de parkeerplaats is vol. Nadat we een pin gekocht hebben en een stukje film hebben gezien meldt de speaker: “Philip with white Jeep”, het teken dat wij naar boven mogen. Het is best wel een straf klimmetje en we zijn blij dat de auto dit voor ons doet. Het uitzicht is echt bijzonder fraai. Eindeloos ver platte vlakte, met hier en daar een bergje echt heel bijzonder. Boven staat de ranger ons al op te wachten en we parkeren de auto voor een kleine hike rondom de krater van de vulkaan en we sluiten af met een 0.3 mijl naar het centrum van de krater.
Zoals jullie weten hijgen we ook hier weer in no-time als een paard. Het is hoog en we moeten vrij stijl omhoog lopen. Op zich wel goed te doen en we stoppen ook regelmatig om een foto te maken van het prachtige uitzicht en de natuur die we om ons heen zien. Het is een kleinschalig park, dus komen we ook niet al te veel mensen tegen. Het maakt de belevenis alleen maar mooier. Onderweg zien we ook nog wat vlinders en grote vogels die heerlijk over de omgeving zwieren.
Eenmaal in de krater valt het op dat de rotsblokken maar aan één kant zitten en de rest groen begroeid is. Heel apart om midden in een krater van de vulkaan te staan. Gelukkig staat ie uit.
Weer terug bij de auto zit deze nu echt helemaal vol met kleine vliegjes. Deze hebben een voorkeur voor witte auto’s, althans dat is onze observatie. Snel de auto in dus en de weg weer terugrijden naar Raton om daarvandaan naar Colorado Springs te rijden.
Om strak twee uur gaan we voor de laatste keer deze reis de staatsgrens over en zijn we in Colorado. Het maagje vindt het tijd om iets te gaan eten en Mirjam heeft in Trinidad weten te vinden. Als we er binnen komen denken we in een souvenirs winkel te zijn beland, maar achterin staan toch een aantal tafels. De broodjes worden allemaal vers gemaakt, met lokale ingrediënten. Lekker dus.
Het hotel ziet er mooi en luxe uit. We zetten de auto een keer op aan de stekker en gaan eten bij de naastgelegen iHop. Kun je daar ook ‘s avonds eten? Jazeker, al is het wel knap rustig. We waren dan ook al wat later deze keer. De burger smaakte goed en voor het slapen gaan halen we nog even een drankje in de bar beneden. Daarvoor kregen we zelfs een bon bij het inchecken. We raakten nog aan de praat met een Amerikaans stel uit de staat Washington. Voor dat we het doorhadden was de laatste ronde geweest en was het tijd om te gaan slapen.